Dutch-Italian translations for fout maken

• errare
• sbagliare
  Se sbagliano, saranno loro a sbagliare. Als ze een fout maken, is dat hun fout.
  Onorevole Coûteaux, chiunque può sbagliare, anche nel mio gruppo. Mijnheer Coûteaux, iedereen kan een fout maken. Dat gebeurt zelfs binnen uw fractie.

Related words

• fout
• rekenfout
• typefout
• tikfout
• foutief
• procedurefout
• spelfout
• foutloos
• schoonheidsfout
• fouttolerant